De man waarop Christus volgens de bijbel zijn kerk bouwde werd begraven op een Romeinse begraafplaats op de Vaticaanse heuvel, vlakbij de plek waar hij gekruisigd werd (ondersteboven, omdat hij het zich niet waardig achtte om op dezelfde manier als Christus te sterven). Die begraafplaats bestaat nog steeds, diep onder de Sint Pieterskerk die bovenop het graf gebouwd is. Begin jaren veertig (!) werd een deel van deze Romeinse begraafplaats uitgegraven. Het is te bezoeken, maar je mag er beslist geen foto's maken, vandaar dat dit blogje uit internet afbeeldingen bestaat.
De begraafplaats bestaat uit een serie hele mooie en goed bewaarde Romeinse graftombes, waar je in een sneltreinvaart doorheen wordt gejaagd. Tenslotte zijn die tombes in de ogen van de kerk niet zo relevant. Veel belangrijker is het eenvoudige graf van de apostel-martelaar en de monumenten die er later bovenop zijn gebouwd. Helemaal zeker dat hij er ligt is het overigens nog steeds niet: bij het open van het graf bleek het tot ieders verbazing leeg te zijn. Pas jaren later werd een kist met beenderen ontdekt in een muur van het eerste monumentje dat bovenop het graf werd gebouwd. Van deze beenderen wordt nu aangenomen dat ze van Sint Petrus zijn. Ze zijn in 1968 na onderzoek herbegraven en nog steeds te zien in de tombe.
Die tombe is overigens een wirwar van bouwresten, zoals hierboven is te zien. Petrus werd oorspronkelijk in een simpel gat in de grond begraven (A). Daar werd ongeveer een eeuw later een simpel monumentje op gebouwd (B), dat al snel werd voorzien van een stevige steunmuur (C). In deze muur, die onder de christelijke grafiti zit, liggen de botten begraven. Rond 320 werd het complex in z'n geheel ingemetseld in rode steen (D), toen de eerste Sint Pieterskerk werd gebouwd in opdracht van keizer Constantijn. Omdat latere pauzen hun de mis direct boven het graf wilde houden, werd het koor later verhoogd en verrezen er diverse altaren (E). Ook die zijn tegenwoordig niet meer te zien: ze liggen nu diep begraven onder het huidige hoofdaltaar van de Sint Pieter.
Na ongeveer een uur stonden Co en de instituutsgenoten weer buiten. Terwijl de instituutsgenoten achteraf vooral mopperden dat ze onvoldoende tijd hadden gehad om alle Romeinse tombes, wandschilderingen en sarcofagen te bekijken, bekroop Co een gevoel van diepe droevenis. Hij had sterk het gevoel getuige te zijn geweest van een lange, ononderbroken kerkelijke traditie. Een traditie waar hij zelf niet meer in past en die hij veel liever had gegund aan zijn meer religieus aangelegde familieleden, dan aan de snobbistische academici waarmee hij nu naar het graf was afgedaald.
Helaas kan Co niet op korte termijn voor iedereen kaartjes regelen, maar een bezoek aan de Romeinse necropool en het graf van Petrus is wel virtueel te maken, via deze link. Overigens is deze virtuele toer dan wel weer zo fout-Italiaans dat het eerder op de lachspieren werkt dan de religieuze beleving bevorderd.
1 opmerking:
ach broer het is niet alles goud wat er blikt...en kom op vertrouw jij het Vaticaan? Of ben ik weer te cynisch?
ha ha ha
Een reactie posten