zaterdag 26 september 2009

De Reuzenalk

Tijdens ons recente bezoek aan de Artisbibliotheek kwam Co dit boek tegen, The Great Auk or Garefowl van Symington Greeve. Greeve was een Schotse whiskeyhandelaar die al zijn vrije tijd besteedde aan het onderzoeken van de Reuzenalk, de Noord-Atlantische pinquin. Greeve heeft zijn onderzoeksobject echter nooit zelf gezien: toen uiteindelijk in 1885 zijn magnus opus verscheen, honderden bladzijden geleerdheid over de grootste zeevogel van de noordelijke zeeën, was het onderzoeksobject zelf al meer dan 40 jaar uitgestorven.

Co houdt van dit soort boeken. Iedereen die een degelijk en zo compleet mogelijk boekwerk schrijft over een onderwerp dat in de ogen van de meeste mensen volslagen futiel is heeft Co's warme steun. Daar komt bij dat Co een zwak heeft voor de doodlopende paden van de geschiedenis. Historische ontwikkelingen die in de kiem gesmoord zijn, achterhaalde opvattingen, vergeten technieken en diersoorten die het niet gehaald hebben, ze hebben allemaal zijn oprechte belangstelling. U zult begrijpen dat Co dit boekwerk moest en zou lezen. Omdat het boek in Artis het enige Nederlandse bibliotheek-exemplaar bleek te zijn, werd een zoektocht op internet op touw gezet. Uiteindelijk bleek een uitgevertje in Amerika het herdrukt te hebben. De kopie is van een vreselijke kwaliteit, maar in ieder geval kan Co alles lezen over deze uitgestorven vogel (gekocht samen met een veel mooier vormgegeven, maar inhoudelijk veel minder sterk boekje over de Reuzenalk):
Al is de Reuzenalk dan uitgestorven, helemaal verdwenen is hij niet. Toen de vogel begin 19e eeuw echt zeldzaam werd ontstond er een soort wedloop tussen vogel 'liefhebbers' en trofeeënjagers om de laatste exemplaren. Niet om ze te beschermen, maar om ze op te zetten. Aan hun inzet is het te 'danken' dat er wereldwijd nog zo'n tachtig opgezette reuzenalken over zijn, waaronder één in Leiden. De vogel bleef nog jarenlang een hype: verzamelaars betaalden reusachtige bedragen voor opgezette exemplaren en eieren.
De reuzenalk is typisch zo'n vogel die door overbejaging ten onder is gegaan. In veel opzichten leek hij sterk op de pinguin: een grote, zwartwitte, niet-vliegende vogel. Pijlsnel in het water, maar onhandig waggelend op land. Een makkelijk te vangen snack-op-pootjes voor de vissers en zeelieden die 's zomers de eilanden bezochten waar de reuzenalk in kolonies broedde. De reuzenalk had de pech dat hij precies op eilanden langs de Noord-Atlantische zeevaartroutes broedde: bij Newfoundland, de zuidkust van IJsland en de Schotse eilanden. Rond 1800 was de vogel in Noord-Amerika uitgeroeid. Daarna ging het hard: het laatste toevluchtsoord van de Reuzenalk, het voor mensen ontoegankelijke IJslandse eilandje Geirfuglasker verzonk in 1830 in de golven. In 1840 werd de laatste reuzenalk op de Europese kust doodgeslagen op de St. Kilda eilanden, omdat de bewoners dachten dat het een heks was. En 4 jaar later, op 3 juni 1844, werd het allerlaatste broedende paartje reuzenalken gedood door visser op het eilandje Eldey bij IJsland. Hun ei viel daarbij kapot op de rotsen....



Met een knipoog naar J.M.W. Turner maakt kunstenaar Erol Fuller dit schilderij The evening of June 2, 1844 van het laatste paartje reuzenalken op hun laatste avond.



Geen opmerkingen: