De Volkskrant spreekt van een parlementair unicum dat de senaat zo unaniem tegen een voorstel is. Kaco vindt het jammer van de zestien jaar inzet die tot nu toe in het EPD is gaan zitten, maar is blij dat onze eigen bedenkingen bevestigd worden. Blijken we toch niet gek te zijn. Althans... dat zal nooit in ons EPD vermeld worden.
dinsdag 29 maart 2011
Elektronisch Patiëntendossier gecrashed
Kaco schreef er al eerder over: onze twijfels over het Elektronisch Patiëntendossier. Ruim twee jaar later worden die twijfels gelukkig gedeeld door de Eerste Kamer. Vrijwel de hele senaat wijst het EPD af, omdat er grote twijfels zijn over de veiligheid en de manier waarop het Patiëntendossier gebruikt gaat worden.
maandag 28 maart 2011
zondag 27 maart 2011
Oneindig boeiende oneindigheid
Co vindt dit een fascinerende foto. Het laat goed zien hoe enorm onze aarde is, maar ook hoe oneindig groot de ruimte is die ons omgeeft. Hij moest er vanmorgen opeens aan denken, toen hij op Dark Roasted Blend een link vond naar een digitaal planetarium, een soort digitale versie van het eeuwenoude planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Het heeft een hele mooie animatie de beweging van de planeten en manen in ons zonnestelsel weergeeft.
Co houdt van de elegantie van de beweging die deze website laat zien. Het idee dat elke stipje een wereld op zichzelf is, met elk een eigen schoonheid, is iets dat Co's hart sneller doet kloppen. Ons eigen zonnestelsel kent al acht planeten en een handvol dwergplaneten. Rond andere sterren draaien nog eens een oneindig aantal planeten, waarvan er in de afgelopen jaren meer dan 500 zijn ontdekt. Zoveel wondere werelden waar Co dolgraag eens een rondreisje naar toe zou willen maken. Maar ja, de afstand hè...
De afstand tussen de zon en de aarde is al 149 miljoen kilometer. Om dat tot een menselijke maat terug te brengen: als de zon een bolletje zou zijn van 10 centimeter doorsnee, dan zou de aarde een bolletje van zijn van minder dan 1 millimeter doorsnee op ruim 10 meter afstand. Vindt die maar eens terug in het hoge gras. Een Jumbojet op volle snelheid zou er bijna negentien jaar (!) over doen om deze afstand te overbruggen. Natuurlijk gaan ruimteschepen sneller. Maar zelfs het snelste ruimteschip ooit, de Pioneer 11, zou er nog altijd 36 dagen voor nodig hebben om die afstand te overbruggen.
36 dagen lijkt misschien nog te overzien, maar voor de verder weggelegen planeten wordt die reistijd vele malen groter: de grootste planeet Jupiter zou op deze schaal ruim 55 meter van ons zonnetje af liggen, de buitenste planeet Neptunus 321 meter (bijna 3 jaar voor een Pioneer 11 op volle snelheid) en de meest afgelegen dwergplaneet, Sedna, heeft een baan die varieert van ongeveer 1 tot 10 kilometer van onze tien centimeter grote zon! Dan zitten we nog steeds in ons eigen zonnestelsel: de dichtsbijzijnde 'buur', het zonnestelsel Alpha Centauri, ligt op deze schaal ergens op de ijskap van Groenland of het dobbert in de Atlantische Oceaan in de buurt van de Azoren, op een afstand van 2.965 kilometer. Een afstand die ons snelste ruimteschip 242.000 jaar zou kosten...
Er zit niets anders op voor Co dan thuisblijven en de planetaire ontdekkingen van ruimtesondes en sterrenkijkers volgen via internet. Daar vond hij dit filmpje, waarin de enorme afstanden inzichtelijk worden gemaakt door de schaal telkens met een factor tien te vergroten (NB: de muziek is niet best, maar het feit dat deze 'trip' uiteindelijk in Nederland eindigt maakt veel goed).
Vindt u deze grootsheid en afstanden beangstigend? Kacokijk heeft al eerder de Galaxy Song opgevoerd om te laten zien dat afstand betrekkelijk is. Die gaat Co hier dus niet herhalen. Maar hij heeft wel een tip: elk onbehagen verdwijnt direct als u zich eens rustig de bewegingen van de planeten laat uitleggen in het Planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Het is een leuk dagtochtje en het geeft een immens gerustellend gevoel om de bewegingen van de planeten te bekijken, gezeten aan de keukentafel van de familie Eisinga, met uitzicht op de snorrende kachel en de bedstee van dit degelijke echtpaar.
Co houdt van de elegantie van de beweging die deze website laat zien. Het idee dat elke stipje een wereld op zichzelf is, met elk een eigen schoonheid, is iets dat Co's hart sneller doet kloppen. Ons eigen zonnestelsel kent al acht planeten en een handvol dwergplaneten. Rond andere sterren draaien nog eens een oneindig aantal planeten, waarvan er in de afgelopen jaren meer dan 500 zijn ontdekt. Zoveel wondere werelden waar Co dolgraag eens een rondreisje naar toe zou willen maken. Maar ja, de afstand hè...
De afstand tussen de zon en de aarde is al 149 miljoen kilometer. Om dat tot een menselijke maat terug te brengen: als de zon een bolletje zou zijn van 10 centimeter doorsnee, dan zou de aarde een bolletje van zijn van minder dan 1 millimeter doorsnee op ruim 10 meter afstand. Vindt die maar eens terug in het hoge gras. Een Jumbojet op volle snelheid zou er bijna negentien jaar (!) over doen om deze afstand te overbruggen. Natuurlijk gaan ruimteschepen sneller. Maar zelfs het snelste ruimteschip ooit, de Pioneer 11, zou er nog altijd 36 dagen voor nodig hebben om die afstand te overbruggen.
36 dagen lijkt misschien nog te overzien, maar voor de verder weggelegen planeten wordt die reistijd vele malen groter: de grootste planeet Jupiter zou op deze schaal ruim 55 meter van ons zonnetje af liggen, de buitenste planeet Neptunus 321 meter (bijna 3 jaar voor een Pioneer 11 op volle snelheid) en de meest afgelegen dwergplaneet, Sedna, heeft een baan die varieert van ongeveer 1 tot 10 kilometer van onze tien centimeter grote zon! Dan zitten we nog steeds in ons eigen zonnestelsel: de dichtsbijzijnde 'buur', het zonnestelsel Alpha Centauri, ligt op deze schaal ergens op de ijskap van Groenland of het dobbert in de Atlantische Oceaan in de buurt van de Azoren, op een afstand van 2.965 kilometer. Een afstand die ons snelste ruimteschip 242.000 jaar zou kosten...
Er zit niets anders op voor Co dan thuisblijven en de planetaire ontdekkingen van ruimtesondes en sterrenkijkers volgen via internet. Daar vond hij dit filmpje, waarin de enorme afstanden inzichtelijk worden gemaakt door de schaal telkens met een factor tien te vergroten (NB: de muziek is niet best, maar het feit dat deze 'trip' uiteindelijk in Nederland eindigt maakt veel goed).
Vindt u deze grootsheid en afstanden beangstigend? Kacokijk heeft al eerder de Galaxy Song opgevoerd om te laten zien dat afstand betrekkelijk is. Die gaat Co hier dus niet herhalen. Maar hij heeft wel een tip: elk onbehagen verdwijnt direct als u zich eens rustig de bewegingen van de planeten laat uitleggen in het Planetarium van Eise Eisinga in Franeker. Het is een leuk dagtochtje en het geeft een immens gerustellend gevoel om de bewegingen van de planeten te bekijken, gezeten aan de keukentafel van de familie Eisinga, met uitzicht op de snorrende kachel en de bedstee van dit degelijke echtpaar.
zondag 20 maart 2011
Lentekriebels
Zowel Kacokijk als de natuur hadden vanmorgen de lentekriebels. De bloemen bloeien, bomen lopen uit en zelfs het speenkruid laat zijn gele kopje zien. En pas als het speenkruid bloeit, dan is de lente écht begonnen volgens Ka. Kaco was dan ook vroeg uit de veren om het voorjaar te kijken. Zo'n ommetje op de zondagochtend is ook een heerlijk Kacokijk-moment: Ka kiekt Co en Co kiekt Ka. Het was nog wel wat (voorjaars)fris, maar dat zorgde voor heldere luchten en mooie vergezichten over d'n Isel. In mei leggen alle vogels een ei, maar voor het zover is moet er nog veel werk worden verzet, zo zagen Kaco... De tortels waren op vrijersvoeten, de eenden waren bezig de kinderkamers in te richten en een merel zong zijn longen uit zijn lijfje om de dames te bekoren. Zo'n merel klinkt trouwens best goed. Ka maakte dit filmpje van de gevederde troubadour:
Morgen is het de 21e en gaat de lente officieel van start. Laten we hopen op een mooi voorjaar! Zo lang het maar geen al te stralende lente wordt....
Morgen is het de 21e en gaat de lente officieel van start. Laten we hopen op een mooi voorjaar! Zo lang het maar geen al te stralende lente wordt....
maandag 14 maart 2011
Klein geluk bij een groot ongeluk?
Naar Co's idee sloegen de makers van Fokke en Sukke de spijker op de kop met bovenstaande spotprent. De aardbeving in Japan kan er toe leiden dat de opmars van atoomenergie opnieuw tot staan komt. Als dat gebeurt, dan is het een (klein) geluk bij een vreselijk ongeluk.
Afgelopen jaren werden de geesten rijp gemaakt voor een wederopstanding van atoomenergie. Kernenergie werd opeens uitgeroepen tot groene energie (en hier). Een mening die door ons kabinet wordt gesteund (bij monde van minister Verhagen) en die zelfs in NOVA salonfähig werd gemaakt. Dat werkte blijkbaar zó goed, dat er inmiddels een energieaanbieder is die alleen atoomstroom levert aan zijn klanten. En de Zeeuwse energieproducent Delta is al begonnen met een procedure voor een tweede kerncentrale.
Voorstanders van atoomenergie schermen er graag mee dat nieuwe atoomcentrales véél veiliger zijn dan vroeger. Ook levert het geen milieuvervuiling op en vermindert het de afhankelijkheid van instabiele landen voor de leveranties van grondstoffen. Nu is het waar dat er relatief weinig ongelukken gebeuren in kerncentrales, maar als het fout gaat dan kan het ook goed fout gaan. Bij een ongeluk in een conventionele energiecentrale zijn de gevolgen tijdelijk, maar een eventuele meltdown in de Fukushima-centrale zou een groot deel van noordelijk Japan voor minimaal tientallen jaren onbewoonbaar maken.
Ook de andere 'voordelen' van kernenergie zijn slechts schijn. De kerncentrale van Borssele draait op uranium uit Kazachstan, een dictatuur die weinig stabieler is dan de olielanden in het Midden-Oosten. Kerncentrales zijn bovendien helemaal niet milieuvriendelijk. Kerncentrales produceren ook CO2: weliswaar niet bij de centrale zelf, maar wel in grote hoeveelheden op de plek waar uranium wordt gewonnen. Het CO2-probleem oplossen met kernenergie is dus een schijnoplossing. Bovendien zijn veel oude uraniummijnen milieurampen op zich. En dan is nog niet eens het atoomafval genoemd, een probleem dat ons vrijwel eeuwig zal blijven achtervolgen, zoals onder meer blijkt uit de tikkende tijdbom in de Duitse atoomdump Asse.
De aardbeving in Japan en de dreigende ramp met de Fukushima-centrale heeft in ieder geval mensen wakker geschud in Duitsland, Frankrijk en Engeland. We kunnen atoomenergie niet voldoende beheersen om het veilig te maken. Dat is een boodschap die we al wisten van Tsjernobyl, volgende maand precies een kwart eeuw geleden. Dat zo'n duidelijke boodschap na slechts 25 jaar bijna vergeten is, zou een teken moeten zijn. Als mensen een luttele 25 jaar niet kunnen overzien, waarom willen we dan knutselen met materialen als Uranium 235 (halfwaardetijd 703,8 miljoen jaar), Uranium 238 (halfwaardetijd 4,468 miljard jaar) en Plutonium (halfwaardetijd 7000 tot 80 miljoen jaar)?
Wat Co betreft kunnen de oude buttons weer uit de kast:
Co vermoedt dat hij al weet hoe de huidige coalitie op deze ramp gaat reageren. Iets in de zin van: Nederland heeft geen aardbevingen, dus kernenergie is Nederland is absoluut veilig. Maar waar staat 'onze' kerncentrale en de opslagplaats van zwaar radioactief afval? Juist, pal aan de kust in Zeeland. Was dat niet toevallig de plek van de laatste grote natuurramp in Nederland zich voltrok, de grote watersnood van 1953? Een prettige gedachte met tsunamibeelden op het netvlies en de stijgende zeespiegel in het achterhoofd.
Afgelopen jaren werden de geesten rijp gemaakt voor een wederopstanding van atoomenergie. Kernenergie werd opeens uitgeroepen tot groene energie (en hier). Een mening die door ons kabinet wordt gesteund (bij monde van minister Verhagen) en die zelfs in NOVA salonfähig werd gemaakt. Dat werkte blijkbaar zó goed, dat er inmiddels een energieaanbieder is die alleen atoomstroom levert aan zijn klanten. En de Zeeuwse energieproducent Delta is al begonnen met een procedure voor een tweede kerncentrale.
Voorstanders van atoomenergie schermen er graag mee dat nieuwe atoomcentrales véél veiliger zijn dan vroeger. Ook levert het geen milieuvervuiling op en vermindert het de afhankelijkheid van instabiele landen voor de leveranties van grondstoffen. Nu is het waar dat er relatief weinig ongelukken gebeuren in kerncentrales, maar als het fout gaat dan kan het ook goed fout gaan. Bij een ongeluk in een conventionele energiecentrale zijn de gevolgen tijdelijk, maar een eventuele meltdown in de Fukushima-centrale zou een groot deel van noordelijk Japan voor minimaal tientallen jaren onbewoonbaar maken.
Ook de andere 'voordelen' van kernenergie zijn slechts schijn. De kerncentrale van Borssele draait op uranium uit Kazachstan, een dictatuur die weinig stabieler is dan de olielanden in het Midden-Oosten. Kerncentrales zijn bovendien helemaal niet milieuvriendelijk. Kerncentrales produceren ook CO2: weliswaar niet bij de centrale zelf, maar wel in grote hoeveelheden op de plek waar uranium wordt gewonnen. Het CO2-probleem oplossen met kernenergie is dus een schijnoplossing. Bovendien zijn veel oude uraniummijnen milieurampen op zich. En dan is nog niet eens het atoomafval genoemd, een probleem dat ons vrijwel eeuwig zal blijven achtervolgen, zoals onder meer blijkt uit de tikkende tijdbom in de Duitse atoomdump Asse.
De aardbeving in Japan en de dreigende ramp met de Fukushima-centrale heeft in ieder geval mensen wakker geschud in Duitsland, Frankrijk en Engeland. We kunnen atoomenergie niet voldoende beheersen om het veilig te maken. Dat is een boodschap die we al wisten van Tsjernobyl, volgende maand precies een kwart eeuw geleden. Dat zo'n duidelijke boodschap na slechts 25 jaar bijna vergeten is, zou een teken moeten zijn. Als mensen een luttele 25 jaar niet kunnen overzien, waarom willen we dan knutselen met materialen als Uranium 235 (halfwaardetijd 703,8 miljoen jaar), Uranium 238 (halfwaardetijd 4,468 miljard jaar) en Plutonium (halfwaardetijd 7000 tot 80 miljoen jaar)?
Wat Co betreft kunnen de oude buttons weer uit de kast:
Co vermoedt dat hij al weet hoe de huidige coalitie op deze ramp gaat reageren. Iets in de zin van: Nederland heeft geen aardbevingen, dus kernenergie is Nederland is absoluut veilig. Maar waar staat 'onze' kerncentrale en de opslagplaats van zwaar radioactief afval? Juist, pal aan de kust in Zeeland. Was dat niet toevallig de plek van de laatste grote natuurramp in Nederland zich voltrok, de grote watersnood van 1953? Een prettige gedachte met tsunamibeelden op het netvlies en de stijgende zeespiegel in het achterhoofd.
Over lijken lopen...
Tijdens een rondwandeling door de Koekstad met Co's moeder maakte Ka deze foto's van een opgraving op het Grote Kerkhof. Archeologen hebben afgelopen week in dit gat van nauwelijks drie bij vier meter tientallen skeletten gevonden van 500 tot 1000 jaar oud.
Het is logisch dat je een paar skeletten mag verwachten op een plein (beter gezegd: een parkeerplaats) dat het Grote Kerkhof heet. Maar dat het er na honderden jaren nog zo tjokvol zou liggen? De botten steken werkelijk aan alle kanten uit de grond.
En zelfs complete schedels en borstkassen zijn bewaard gebleven. 'Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren' zegt Genesis 3.19, maar de overleden Koekstedelingen hadden blijkbaar niet zo'n haast om tot stof te vergaan...
Het is duidelijk: wie in de Koekstad zijn auto wil parkeren in de binnenstad gaat letterlijk over lijken... Hieronder een mooi filmpje van d'n Omroep over deze opgraving:
zaterdag 12 maart 2011
Tempelbezoek
Afgelopen week bezochten Kaco de fraaie kerk van het Betuwse dorp Elst. Geen bezoekje met zijn tweeën dit keer, maar een excursie met Co's nieuwe werkkring aan de RUniversiteit. De reden dat oudheidkundigen geïnteresseerd zijn in een laat-middeleeuwse kerk zit 'm in de maquette op bovenstaande foto: onder de kerk liggen de resten van één van de grootste tempels uit de Romeinse tijd die ten noorden van de Alpen is gevonden. Het is een zogeheten Gallo-Romeinse tempel, een tempel die gebouwd is door de inheemse bevolking, maar onder invloed van Romeinse bouwstijlen. De tempel in Elst is vermoedelijk rond 50 na Christus gebouwd als centraal heiligdom voor de Batavieren en rond 100 na Christus vervangen door een grotere tempel. Beide tempels werden ontdekt toen de kerk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog grotendeels werd verwoest. De resten zijn bij de herbouw bewaard in een speciale kelder onder de kerkvloer.
Alle witte steen is nieuw, de bruine is oud. En wat is er te zien? Met de klok mee: een professor die over de muur van de oudste tempel spiekt, het hooggeleerde publiek dat het geheel in zich opneemt, de oudste nog op zijn plaats liggende stenen vloer van Nederland (ruim 1950 jaar oud!) en een overzichtje vanuit de eerste tempel naar de muur van de tweede tempel, waar een deel van de zuilen van de latere kerk op gefundeerd zijn (de ronde kolom op de achtergrond).
In een klein kerkmuseumpje zijn opgegraven voorwerpen ten toon gesteld. Met enkele aardige details, zoals de Romeinse dakpan met daarop pootafdrukken van een lynx. Het beest heeft er op gestaan toen de dakpan lag te drogen. Verder zijn een paar heipalen te zien die opmerkelijk goed bewaard zijn gebleven. De meesten van deze palen zitten echter nog onder de grond, omdat een deel van de kerk nog steeds gefundeerd is op deze bijna tweeduizend jaar oude palen. Een bewijs van goed vakmanschap en de conserverende kwaliteiten van de Betuwse klei! De schedels op het derde plaatje zijn de resten van een offer dat waarschijnlijk uitgevoerd is bij de start van de bouw van de tweede tempel. Het is een traditioneel Romeins offer aan Mars, bestaande uit een stier, een ram en een beer (mannetjesvarken). Het is het soort offer dat soms wordt afgebeeld op klassiek-Romeinse reliefs, zoals die hieronder (en ook op het relief dat NIET aanwezig was toen Co het wilde bezoeken in het Louvre). Kaco was het er overigens wel over eens dat het meest aardige in de collectie het bijzet-zuiltje was, praktisch uitgevoerd met winkelwagenwieltjes.
Overigens liggen er niet alleen Gallo-Romeinse ruïnes onder de kerk van Elst. Al in de achtste eeuw werd (deels) op de fundamenten van de laatste tempel een voor die tijd grote zaalkerk gebouwd, die Co erg deed denken aan de laat-klassieke/vroeg-middeleeuwse basilica die hij had gezien in Cimitile, in de buurt van Napels. Deze kerk werd een regionaal bedevaartsoord, omdat Sint Werenfried, een missionaris en gezel van Willibrord hier begraven lag. Ook van deze voorganger van de huidige kerk zijn resten bewaard gebleven, waaronder een duizend jaar oud graf van een meisje. En ook dit gebouw was uiteraard voer voor verwoede discussies. Onvermijdelijk als je met wetenschappers op pad gaat... Het kerkgebouw is overigens na de oorlog met veel liefde en aandacht gerestaureerd, of beter gezegd herbouwd. Alleen aan het relatief nieuwe houtwerk en de stijl van sommig beeldhouwwerk (zoals het detail hierboven) is te zien dat de kerk zoals die er nu staat grotendeels uit de jaren vijftig dateert. De sfeer van een eerbiedwaardige oude kerk is daarbij heel goed bewaard gebleven. Inclusief de lichtinval door de glas-in-loodramen, die heel mooi uitkwam in het entreeportaal. De afbeelding waar het ligt op valt is een reconstructie van de muurschilderingen in de Gallo-Romeinse tempel.
Labels:
Academisch,
archeologie,
architectuur,
erfgoed,
geschiedenis,
museum
vrijdag 11 maart 2011
Stand by me...
Ahh mooi!
Stand By Me Playing For Change Song Around The World from Concord Music Group on Vimeo.
Met heel veel dank aan Ger-I en broer.
woensdag 2 maart 2011
dinsdag 1 maart 2011
Cats ready to kill you...
Bij het zien van deze blog moest ik meteen denken aan deze grote witte kater die bij een mijn in Charleroi lag te genieten in het februari-zonnetje (2008 pre blogtijd). Nu is ie nog chill but in no time he's ready for some action. Heel anders dan onze 'grijze angsthaas'. Dankzij onze goeroe, tante, maf mens, deel van het Olster stel loopt ie zijn pootjes uit het lijf voor onderstaande snoepjes die hij van 'Sinterklaas' had gekregen.
Toen 't zakje leeg was en we uit nood andere snoepjes hadden meegenomen, rende Griezel er net zo vrolijk als bovenstaand plaatje naar toe, om vervolgens te ruiken, een tikje en een likje aan het snoepje te geven en pontificaal midden in de kamer zeer verwijtend naar Kaco te kijken. Als het in zijn aardje zat was hij ready to kill us... Gelukkig heeft de verwijtende blik maar een paar avonden geduurd want onze Goeroe heeft 2 nieuwe zakjes gebracht en laten zien waar je deze maniakale kattenlekkernij haalt.
en bedankt...
en bedankt...
Abonneren op:
Posts (Atom)