zaterdag 12 maart 2011

Tempelbezoek

Afgelopen week bezochten Kaco de fraaie kerk van het Betuwse dorp Elst. Geen bezoekje met zijn tweeën dit keer, maar een excursie met Co's nieuwe werkkring aan de RUniversiteit. De reden dat oudheidkundigen geïnteresseerd zijn in een laat-middeleeuwse kerk zit 'm in de maquette op bovenstaande foto: onder de kerk liggen de resten van één van de grootste tempels uit de Romeinse tijd die ten noorden van de Alpen is gevonden. Het is een zogeheten Gallo-Romeinse tempel, een tempel die gebouwd is door de inheemse bevolking, maar onder invloed van Romeinse bouwstijlen. De tempel in Elst is vermoedelijk rond 50 na Christus gebouwd als centraal heiligdom voor de Batavieren en rond 100 na Christus vervangen door een grotere tempel. Beide tempels werden ontdekt toen de kerk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog grotendeels werd verwoest. De resten zijn bij de herbouw bewaard in een speciale kelder onder de kerkvloer.
Alle witte steen is nieuw, de bruine is oud. En wat is er te zien? Met de klok mee: een professor die over de muur van de oudste tempel spiekt, het hooggeleerde publiek dat het geheel in zich opneemt, de oudste nog op zijn plaats liggende stenen vloer van Nederland (ruim 1950 jaar oud!) en een overzichtje vanuit de eerste tempel naar de muur van de tweede tempel, waar een deel van de zuilen van de latere kerk op gefundeerd zijn (de ronde kolom op de achtergrond).
In een klein kerkmuseumpje zijn opgegraven voorwerpen ten toon gesteld. Met enkele aardige details, zoals de Romeinse dakpan met daarop pootafdrukken van een lynx. Het beest heeft er op gestaan toen de dakpan lag te drogen. Verder zijn een paar heipalen te zien die opmerkelijk goed bewaard zijn gebleven. De meesten van deze palen zitten echter nog onder de grond, omdat een deel van de kerk nog steeds gefundeerd is op deze bijna tweeduizend jaar oude palen. Een bewijs van goed vakmanschap en de conserverende kwaliteiten van de Betuwse klei! De schedels op het derde plaatje zijn de resten van een offer dat waarschijnlijk uitgevoerd is bij de start van de bouw van de tweede tempel. Het is een traditioneel Romeins offer aan Mars, bestaande uit een stier, een ram en een beer (mannetjesvarken). Het is het soort offer dat soms wordt afgebeeld op klassiek-Romeinse reliefs, zoals die hieronder (en ook op het relief dat NIET aanwezig was toen Co het wilde bezoeken in het Louvre). Kaco was het er overigens wel over eens dat het meest aardige in de collectie het bijzet-zuiltje was, praktisch uitgevoerd met winkelwagenwieltjes.
Overigens liggen er niet alleen Gallo-Romeinse ruïnes onder de kerk van Elst. Al in de achtste eeuw werd (deels) op de fundamenten van de laatste tempel een voor die tijd grote zaalkerk gebouwd, die Co erg deed denken aan de laat-klassieke/vroeg-middeleeuwse basilica die hij had gezien in Cimitile, in de buurt van Napels. Deze kerk werd een regionaal bedevaartsoord, omdat Sint Werenfried, een missionaris en gezel van Willibrord hier begraven lag. Ook van deze voorganger van de huidige kerk zijn resten bewaard gebleven, waaronder een duizend jaar oud graf van een meisje. En ook dit gebouw was uiteraard voer voor verwoede discussies. Onvermijdelijk als je met wetenschappers op pad gaat... Het kerkgebouw is overigens na de oorlog met veel liefde en aandacht gerestaureerd, of beter gezegd herbouwd. Alleen aan het relatief nieuwe houtwerk en de stijl van sommig beeldhouwwerk (zoals het detail hierboven) is te zien dat de kerk zoals die er nu staat grotendeels uit de jaren vijftig dateert. De sfeer van een eerbiedwaardige oude kerk is daarbij heel goed bewaard gebleven. Inclusief de lichtinval door de glas-in-loodramen, die heel mooi uitkwam in het entreeportaal. De afbeelding waar het ligt op valt is een reconstructie van de muurschilderingen in de Gallo-Romeinse tempel.

Geen opmerkingen: