Wie naar Oxford komt verwacht veel studenten en statige academische gebouwen. Op deze blog zijn er een aantal voorbijgekomen. Wat je niet verwacht (althans Co niet) is het grote aantal daklozen en bedelende mensen dat je in Oxford op straat ziet, vaak bezig met de verkoop van de Big Issue, de daklozenkrant. Het duurde even voordat Co zich realiseerde dat de schrijnende armoede deels de keerzijde is van de rijkdom van de universiteit. Niet alleen zijn sommige daklozen gesjeesde studenten, ook trekt de relatieve rijkdom van de universitaire wereld armen aan en het houdt ook armoede in stand in Oxford.Wat je jezelf als lid van de academische gemeenschap niet zo snel realiseert is de mate waarin de universiteit een hypotheek legt op de stad. Letterlijk bijna. Als academicus lijkt de stad heel open, maar voor een buitenstaander is het een gesloten bolwerk: grote stukken van de binnenstad zijn afgesloten voor het publiek, academische paradijsjes met grote muren er om heen met puntig ijzerwerk er op. Dat veroorzaakt niet alleen een wij tegen zij-effect, maar het heeft ook direct invloed op de koopkracht van de 'normale' Oxforders. Een groot deel van de stad valt buiten de normale vastgoedmarkt: of het is college-terrein, of het gaat om gebouwen die als investering opgekocht zijn door een college. Dat gecombineerd met een redelijk koopkrachtige academische bevolkingsgroep leidt er toe dat de huizenprijzen in Oxford net zo hoog zijn als die in Londen.
Dat dit geen ontwikkeling is van vandaag en gisteren, is te zien aan de structuur van de binnenstad. Wie bijvoorbeeld de route volgt van de High Street via Queen's lane en New College Lane, kan een groot deel van de binnenstad doorkruizen zonder één normaal huis te zien: deze straten bestaan volledig uit collegegebouwen en vooral heel veel muren. Langs de High Street, van oudsher de belangrijkste straat van de stad, staat een beperkt aantal relatief bescheiden burgerhuizen ingeklemd tussen de academische paradepaardjes. Het gevolg is dat er veel kleine steegjes zijn waar de 'normale' mensen opeengepropt zaten (en soms nog zitten) in die hoekjes die door de universitaire gemeenschap overgelaten zijn.Nergens is deze oude structuur van achterbuurten (want dat zijn het eigenlijk: de oude armoedige buurtjes achter de statige huizen) nog zo goed zichtbaar als in het buurtje rondom de roemruchte pub de Turf Tavern: smalle straatjes, piepkleine huisjes en gewoeker met de ruimte in een buurtje waar je alleen in komt als je weet waar je het moet zoeken. Gelukkig zijn de echte sloppen gesaneerd, zodat de ondragelijke stank die dit soort buurten vroeger kenmerkte tot het verleden behoort. Maar daarmee is de armoede niet verdwenen uit Oxford, alleen verplaatst. Het armere deel van de bevolking moest in de jaren 50 en 60 verplicht verhuizen naar buurten als Blackbird Leys, een Oxfordse buurt die in de jaren 90 wereldnieuws werd door jeugdrellen en die nog steeds als één van de slechtste buurten in Engeland geldt.
1 opmerking:
Goed stuk!
Ik herinner me die steegjes inderdaad; rather peculiar town, Oxford. Intriguing though.
Een reactie posten