Het Oxford University Museum for natural history is zo'n typisch 19e eeuwse museumkathedraal: van buiten neogotisch en van binnen een indrukwekkende zaal met glazen daken en gietijzeren zuilen, waarin de enorme dinosaurusskeletten goed uitkomen.
Het in 1860 geopende gebouw was een voor die tijd praktisch museumgebouw. Voorzien van zuiltjes gemaakt van gesteenten uit alle hoeken van Groot-Brittannië en beelden van beroemde wetenschappers, zoals Darwin die in die jaren nog als uiterst controversieel gold. De zuilen en beelden waren bedoeld als hulpmiddelen bij aanschouwelijk onderwijs, maar uiteraard waren het nadrukkelijk ook statussymbolen om het aanzien te onderstrepen van de moderne natuurwetenschappen en de rol van de Oxfordse universiteit daar in.
Vandaag de dag is het vooral een boeiend en erg bezoekersvriendelijk museum, met een tentsoonstelling die niet alleen zeer uitgebreid is, maar waarin veel aandacht is besteed aan de esthetiek, de manier waarop de tentoonstelling aan het publiek wordt gepresenteerd.
Een hele aardige geste daarbij is dat je als bezoeker niet overal met je handen van af hoeft blijven. Onder het motto 'please touch', mogen bezoekers zelf ervaren hoe dierenvachten, skeletten en zelfs meteorieten voelen.
Zelf vond Co het leukste aan het museum dat je ineens oog-in-oog kunt staan met de meest bijzondere dieren, zoals de reuzenalbatros of de kakapo, die we al eerder in deze blog van z'n kinky kant hebben laten zien.
Het meest uitzonderlijke dier van allemaal is de Oxford dodo. Het wat treurige verdroogde hoofd bovenaan is het laatste restant van de enige opgezette dodo die nog op de wereld bestaat. Voor de rest moeten we het doen met skeletten en replica's. Desondanks (of juist daarom) is de arme vogel een icoon voor Oxford geworden. De stad vereenzelvigt zich ermee, er zijn dodosouvenirs, poppen en boeken. Het bekendste voorbeeld uit de laatste categorie is natuurlijk de dodo in Alice in Wonderland (u weet wel, met die hartenkoningin, lachende kat en konijn met horloge) dat ook in Oxford speelt.
Naast deze ster waren er ook vele andere bijzondere zaken te zien, zoals de schedel van de iconische triceratops, en het kleine schedeltje van de pas ontdekte Homo Floriensis, de minimens van het Indonesische eiland Flores. Waarschijnlijk de laatste andere mensensoort die op aarde bestaan heeft naast de moderne mens.
Ook was er aandacht voor rariteiten als het grootste wespennest ooit in Engeland gevonden (deze wespen hadden zich strategisch genesteld tussen een druk bezochte pub en een suikerbakkerij, zodat ze onbeperkt voedsel hadden) en een display met reuzenkakkerlakken die bij het publiek de nodige consternatie opriep, vooral toen bleek dat het levende kakkerlakken waren... Co probeerde ze te filmen en heeft daarbij de camera per ongeluk schuin gehouden. Dat doet overigens niets af van het effect:
Niet alleen liefhebbers van opgezette beesten en skeletten komen in het Oxfordse universiteitsmuseum aan hun trekken. Het museum bestaat namelijk uit twee delen: achter de zaal over natuurhistorie, staat het Pitt Rivers Museum, een tweede 19e eeuwse zaal tot de nok gevuld met de antropologische verzameling. Dat betekent heel veel verentooien, kano's, kleding, amuletten, muziekinstrumenten, afgodsbeelden, sieraden en je kunt het zo gek niet bedenken wat nog meer.
Niet alleen liefhebbers van opgezette beesten en skeletten komen in het Oxfordse universiteitsmuseum aan hun trekken. Het museum bestaat namelijk uit twee delen: achter de zaal over natuurhistorie, staat het Pitt Rivers Museum, een tweede 19e eeuwse zaal tot de nok gevuld met de antropologische verzameling. Dat betekent heel veel verentooien, kano's, kleding, amuletten, muziekinstrumenten, afgodsbeelden, sieraden en je kunt het zo gek niet bedenken wat nog meer.
Bij de recente renovatie van dit museum is er bewust voor gekozen om de 19e eeuwse wijze van presenteren te handhaven: zo veel mogelijk voorwerpen laten zien in een beperkte ruimte.
Hoewel er meestal goede uitleg bij wordt gegeven is het museum daardoor in eerste plaats een doolhof, waarin steeds weer nieuwe dingen te ontdekken zijn. Letterlijk een plek om doorheen te struinen en waar je nooit uitgekeken hoeft te raken.
Een goede zet is dat het museum niet moeilijk doet over de afkomst van de voorwerpen. Heel veel is uiteraard bijeengesprokkeld (lees gekocht, geruild en geroofd) in de voormalige Britste koloniën, waaronder de fraaie helm van stekelvis hierboven.
In dit 'museum van een museum' worden controversiële onderwerpen niet geschuwd. Nergens blijkt dat zo duidelijk als bij de vitrine 'treatment of dead enemies', waarin getoond wordt hoe er op diverse plaatsen in de wereld werd omgegaan met gedode vijanden.
Uit de expositie blijkt dat er veel werk van werd gemaakt om deze vijanden (met name hun schedels) een plek te geven. Meestal gebeurde dit vanuit het idee dat de levenskracht van de vijand overgenomen moest worden of dat men in het reine moest komen met de geest van de overledene. Het museum doet veel moeite om de logica achter dergelijke ceremonies uit te leggen en op een nette manier met de menselijke resten om te gaan.
Tot op zekere hoogte kun je daar in mee gaan. Maar begrip hebben voor de traditie van sommige Amazone-indianen om de hoofden van hun tegenstanders tot tennisbalgrootte te laten krimpen ging Co toch een stapje te ver. Voor hem zijn deze gekrompen hoofden vooral het soort zaken dat je tegenkomst in horrorverhalen. Al zijn ze door hun groteske, maar nog steeds herkenbare gezichtstrekken ook op een bizarre manier fascinerend...
2 opmerkingen:
fantastisch museum lijkt me dat!
Nou als je nog leuke dodo souvenirs tegenkomt....een vriendin van mij was vorig jaar op Mauritius, daar draait de hele toeristenindustrie om dodo's!
Dodowijn, dodowhiskey, dodoworst (?!)
etc etc
Hoi Coen - dit museum lijkt wel voor jou gemaakt! Volgens mij ben je goed aan het genieten daar in het Britse Koevoorde. : )
Had je mijn mail nog gehad vorige week? Zaterdag 29 jan zou nl prima zijn voor mij om de trein naar Oxford te pakken.
Hopelijk dus tot snel! Groetjes, Marike
Een reactie posten